23 juni 2022
10-vragen-aan … Paul van den Berg
In ons vaste rubriek 10-vragen-aan komt een bekend persoon uit het politiek speelveld langs. Dit keer was het de beurt aan Paul van den Berg, politiek adviseur bij Cordaid.
1. Wat is de grootste lobbyfout die je hebt gemaakt en wat heb je daarvan geleerd?
Me te veel blindgestaard op documenten vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de 2e Kamer, terwijl met enige regelmaat ook vanuit andere ministeries documenten worden gestuurd die van groot belang zijn voor mijn werkterrein. Een voorbeeld daarvan is het wetsvoorstel “strafbaarstelling verblijf in terroristisch gebied” vanuit het ministerie van J&V. Dat was volkomen langs me heen gegaan, hoewel de wet was aangekondigd in het regeerakkoord. De wet zou het zonder toestemming van de Nederlandse overheid afreizen naar door terroristische organisaties gecontroleerde gebieden strafbaar maken. Voor een organisatie als Cordaid zou de wet een grote impact hebben, omdat toestemming moeten vragen aan de overheid indruist tegen de humanitaire principes van onafhankelijkheid en neutraliteit. Pas na stevige lobby via de Senaat besloot de overheid de wet aan te passen en voor humanitaire organisaties (en journalisten) een uitzondering toe te staan. Ik heb hiervan dus geleerd dat een bredere informatiepositie dan puur Buitenlandse Zaken heel belangrijk is, én dat de Senaat een uitermate belangrijke rol speelt om wetten te amenderen of zelfs te torpederen. Dus ook de agenda van de Eerste Kamer volg ik sindsdien veel structureler.
2. Wat zou je achteraf anders hebben gedaan in je loopbaan?
Ik geloof niet dat ik ergens heel veel spijt van heb, maar ik denk nog wel met veel genoegen terug aan de tijd dat ik me kon focussen (tussen 2007 en 2010) op Afghanistan als programmadeskundige en advocacy officer. Nu heb ik zoveel dossiers onder mijn hoede – van mondiale gezondheidszorg tot klimaat tot humanitaire hulp – dat ik van veel onderwerpen een beetje af weet, maar nergens écht specialist in ben. Tegelijkertijd heeft het als lobbyist ook wel voordelen om een generalist in te zijn, omdat je daardoor makkelijker zaken aan elkaar kunt knopen, en je een veel veelkleuriger netwerk kunt opbouwen.
3. Wie was je grootste leermeester (of juf) en waarom?
Ik heb veel geleerd van Govert van Oord, de oprichter en directeur van het Bureau Beleidsvorming Ontwikkelingssamenwerking (BBO). Dat was een lobbykantoor aan het Plein, dat voor tal van maatschappelijke organisaties lobbyadviestrajecten organiseerde. Dankzij Govert en de kansen die hij mij gaf – het was na mijn studie geschiedenis mijn eerste baan – ben ik zeer gepassioneerd geraakt over het werken op het snijvlak van internationaal beleid en de politieke arena. Govert heeft de facto de basis gelegd voor het belang van beleidsbeïnvloeding binnen de ontwikkelingssector, wat nu volkomen vanzelfsprekend is, maar het in die tijd (ik spreek over de jaren 2000-2005) zeker nog niet was.
4. Wat was het politieke dieptepunt van het afgelopen decennium?
De toeslagenaffaire en de politieke (non-) afhandeling daarvan heeft mijn beeld van politiek en beleidsmatig Den Haag bepaald niet ten positieve beïnvloed. Het heeft me met name met de neus op de feiten gedrukt over de enorme kloof tussen de samenleving en de Haagse stolp.
5. Wat is jouw belangrijkste lobbytip?
De Tweede Kamer en het volgen en beïnvloeden van debatten is heel belangrijk en leuk als politieke junk, maar vergeet niet dat voordat de Kamer aan zet is, er al een heel traject aan voorafgaat op ambtelijk niveau. Dus probeer ook aan de voorkant van de wetgeving invloed uit te oefenen door je ambtelijke contacten goed te onderhouden.
6. Waarom ben je lobbyist geworden? Wat drijft je als lobbyist?
Dat was niet een bewuste keus. Een onderdeel van mijn studie geschiedenis was een ‘beroepsoriënterende stage”. Toevallig kwam ik daardoor terecht bij BBO. En pas daar bleek ik politiek en beïnvloeding erg boeiend te vinden. De rest is geschiedenis. Als lobbyist voor een not-for-profit organisatie drijft me vooral de wens om de wereld een stukje beter te maken door Nederland als een van de rijkste landen zijn verantwoordelijkheid te laten nemen. Zo vind ik het nog steeds onverteerbaar dat in weerwil van internationale afspraken Nederland nog altijd niet 0,7% van het BNP besteedt aan ontwikkelingssamenwerking.
7. In wiens schoenen zou je graag voor een dag willen staan en waarom?
Ik zou best een dag Kamervoorzitter willen zijn, en dan met een combinatie van humor, gebalanceerdheid en kordaatheid ingewikkelde debatten in goede banen leiden. Zeer uitdagend, maar daardoor wel leuk.
8. Wat is er de afgelopen jaren veranderd in de politiek en de rol van lobby?
De politiek is zeer gefragmenteerd geworden, met meer dan twintig fracties. Dat maakt het bereiken van meerderheden ingewikkeld. Verder is de Kameragenda dermate vol en zijn Kamerleden op zoveel fronten actief, dat ik het steeds lastiger vind ze te bereiken. Lobby is er dus bepaald niet eenvoudiger op geworden.
9. Wat is jouw mooiste reisherinnering en waarom?
Ik koester zeer goede herinneringen aan mijn reizen aan Afghanistan. Prachtig land. Woest, onherbergzaam, prachtige natuur en cultuur. Ik hoop er binnenkort weer naar toe te kunnen afreizen.
10. Welk boek moet de PA professional gelezen hebben?
Voor je eigendunk als lobbyist is het boek van Joris Luyendijk “Je hebt het niet van mij…” wel goed, want daarin worden lobbyisten beschreven als essentiële oliemannetjes en vrouwtjes in het Haagse. Cruciaal om de informatievoorziening op peil te houden.
Paul van den Berg geeft de pen door aan Anika Snel, lobbyist van het Genderplatform WO=MEN
Meer lezen
In onze vaste rubriek 10-vragen-aan komt een bekend persoon uit het politieke speelveld langs. Dit keer was het de beurt aan Joeri Redder-Veen, Adviseur public affairs bij de Nederlandse ggz. Wat is de grootste lobbyfout die je hebt gemaakt en wat heb je daarvan geleerd? Twee dingen. Omdat ik uit het woordvoerderschap het PA-vak in […]
Verder lezen »