In onze vaste rubriek 10-vragen-aan komt een bekend persoon uit het politieke speelveld langs. Dit keer was het de beurt aan Jeroen Bruning, Public affairs and media relations manager bij Vitens.

1. Wat is de grootste lobbyfout die je hebt gemaakt en wat heb je daarvan geleerd?

Dat waren de momenten dat ik

e bestuurders op de politieke besluitvorming in Den Haag overschatte. Hun agenda bleek bij lange na niet altijd omarmd te worden door Tweede Kamerleden. Daarvan leerde ik dat je eigenlijk twee agenda’s moet voeren, de provinciaal-bestuurlijke en een de landelijk politieke, om draagvlak te creëren in de provincie en om de besluitvorming in het Haagse te kunnen ondersteunen.

2. Wat zou je achteraf anders hebben gedaan in je loopbaan?

Toen mijn afstudeerscriptie aan de universiteit door het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd omarmd had ik achteraf bezien wat langer bij het ministerie moeten blijven. Dan had ik later een vliegende start als public affairs manager kunnen maken met meer inzicht over hoe de hazen tussen ambtenaren en politici lopen bij de Nederlandse overheid. Ook had ik veel eerder als eindverantwoordelijke bij bedrijven de inzet op public affairs en mediavoorlichting gebundeld. Dit omdat daarin agendaonderwerpen en -momenten, boodschappen, kanalen en doelgroepen zo sterk parallel lopen. Zeker na de opkomst van de sociale publieke media.

3. Wie was je grootste leermeester (of juf) en waarom?

In mediarelaties is dat de toenmalige perschef bij DSM, Arthur Spierts, geweest. Als geen ander wist hij je te motiveren om een persbericht nieuwswaardig en onderscheidend te schrijven. Van hem kwam ooit ook het idee om ‘s werelds eerste persconferentie op klompen te organiseren. Wijlen Chris van der Klaauw, in zijn rol als Nederlands Ambassadeur in België, leerde mij de echte kneepjes van het lobbyen. Hij koppelde natuurlijke charme aan een enorme bagage van kennis en politiek instinct om ons land in verbinding met de Belgen te vertegenwoordigen.

4. Wat was het politieke dieptepunt van het afgelopen decennium?

Zonder twijfel de toeslagenaffaire. Toen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten verstrikt raakten in de uitvoering en uitkering van de kinderopvangtoeslag bleef het stil.  Eenmaal aan het licht gebracht was het veel te onduidelijk wie verantwoordelijkheid voor het debacle zou nemen en werd met vingers gewezen. Nederland op zijn smalst, met onschuldige ouders en kinderen als slachtoffer.

5. Wat is jouw belangrijkste lobbytip?

Dat je als lobbyist of public affairs manager een Nederlandse minister of Kamerleden eerst informatie geeft voordat je ze vraagt daarover een mening te vormen. In die volgorde. Overigens ligt dat in andere landen anders. Zo is in Azië de public affairs veel meer gericht op het onderling definiëren van de politieke besluitvorming en in Zuid-Amerika op de persoon van de politicus.

6. Waarom ben je lobbyist geworden? Wat drijft je als lobbyist?

Ik ben als public affairs manager er doorheen de jaren in gerold vanuit mediawoordvoerderschap, marketing en omgevingsmanagement. Daarin drijft mij om met een goede boodschap en vruchtbare relaties verbindingen tussen betrokkenen te creëren voor het maatschappelijk nut waaraan een organisatie of bedrijf een bijdrage levert.  Public affairs is wat mij betreft ook meer dan lobby, vaak gericht op enkel het creëren van draagvlak voor politieke besluitvorming. Public affairs is een strategisch en uitvoerend proces – binnen en buiten de muren van een organisatie of bedrijf – om invloed uit te kunnen oefenen op de publiek-maatschappelijke dialoog, zoals ook in de (sociale) media, de politieke besluitvorming en wetgeving.

7. Welke politicus, waarmee je het niet per se op inhoud eens bent, bewonder je, en waarom?

Dat zijn er, in verleden en heden, in Nederland om verschillende redenen meer dan een geweest. Maar laat ik geen namen noemen om andere politici niet onnodig tekort te doen. Geïnspireerd werd ik in mijn Amerikaanse arbeidsjaren door de – niet-partijgebonden – senator Bernie Sanders. Een politicus in hart het nieren die, in een sterk gepolariseerd politiek speelveld, voor het volk al jarenlang het democratische geluid brengt.

8. Wat vind je de meest inspirerende lobby van de afgelopen tijd en waarom?

De lobby die niet gevoerd hoeft te worden. Oftewel, het moment dat er onder politici gelobbyd moet worden voor stemmen in de Tweede Kamer-besluitvorming zijn er eerder in de publiek-maatschappelijke dialoog, de beleid-bestuurlijke besluitvorming of in de missie of bedrijfsvoering van een organisatie of bedrijf al een aantal afslagen gemist. Dat maakt de kracht van public affairs die vanaf het begin, en in de breedte, stuurt op het creëren van draagvlak.

9. Wat is jouw mooiste reisherinnering en waarom?

Dat zijn meerdere reizen voor verschillende werkgevers naar China geweest vanaf de jaren dat de markt echt openging. Het land is onmetelijk mooi buiten de grote steden, de mensen zijn oprecht gastvrij, en soms sociaal onhandig tegelijkertijd, en cultuur en filosofie inspireren om met een andere, niet Westerse, blik naar uitdagingen en oplossingen te kijken.

10. Welk boek moet de PA-professional gelezen hebben?

Absolute aanraders voor de donkere wintermaanden bij de open haard zijn “Kan de overheid crises aan?” van Herman Tjeenk Willink en “Wat is echte democratie?” van Jan-Werner Müller.