Blogs

4 oktober 2021

Beleid wordt beter van lobby, dus laten we beter beleid voor lobby maken

De lobby en het kabinet moeten de maatschappelijke kritiek serieus nemen, schrijven lobbyisten Nelleke Hijmans, Wytse Sonnema, Karen van den Einden, Tom Kunzler, Mette Vreeken en Hylke Brunt.

De afgelopen maanden ruilden verschillende politici hun baan in voor het lobbyvak, met grote verontwaardiging tot gevolg. We oordelen hard als het hierbij om een overstap naar het bedrijfsleven gaat. (Iets milder lijken we van oordeel als het gaat om een overstap naar een goede doelenorganisatie. Terwijl dat voor de integriteit van de afweging niet uit zou moeten maken.)

Mensen worden boos omdat de overstapper profiteert van het netwerk en de kennisvoorsprong die zijn opgedaan in een publieke functie, die is betaald met publiek geld. Dat alles zet de nieuwe lobbyist nu in voor persoonlijke en bedrijfsmatige doeleinden. Die ergernis is begrijpelijk.

De onderliggende veronderstelling luidt dat lobbyen in Den Haag niet gaat over wat je kent, maar wie je kent: over wheelen en dealen in een Old Boys Network. Gelukkig is lobby het niveau van ‘netwerken’ grotendeels ontstegen. Het is een vak waarbij serieuze vaardigheden als onderhandelen, verbinden van belangen, proactief handelen, politieke sensitiviteit en procesmanagement komen kijken. Die vaardigheden zou je als ‘eigen bezit’ kunnen beschouwen. Vanuit die optiek is het niet gek om deze na je politieke loopbaan opnieuw in te zetten. Waarom zouden we een voormalig politicus dat verbieden? Je dwingt een timmerman ook niet om loodgieter te worden.

Afkoelen

Het is de hoogste tijd om de verontwaardiging over incidenten achter ons te laten door de stap te maken naar serieus beleid. Want zolang het mág, kunnen we slechts een beroep doen op ieders morele verantwoordelijkheid. Wie roept dat er ‘een nieuwe bestuurscultuur’ moet komen, dient hier vervolgens ook invulling aan te geven.

We zouden geen lobbyisten zijn als we niet direct wat beleidssuggesties deden. Los van het volgen van de tien Oeso-principes die pleiten voor transparante en integere lobby, zijn er vier zaken die het demissionaire kabinet morgen al kan regelen.

Ten eerste moet de toegangspas tot het gebouw van de Tweede Kamer voor oud-Kamerleden worden afgeschaft. Deze zogenoemde lobbypas ontvangt elk oud-Kamerlid nu automatisch. Het biedt een onnodig privilege waarvan het nut en de noodzaak twijfelachtig zijn. Lever net als gewone werknemers de toegangspas in op je laatste dag in functie, en vermijd de schijn.

Ten tweede is er een duidelijke, brede en on-onderhandelbare afkoelperiode voor bewindslieden nodig. De Europese Commissie houdt hiervoor 24 maanden aan. Om te voorkomen dat alleen vermogende mensen het zich kunnen veroorloven om bewindspersoon te worden, hoort daar een wachtgeldregeling bij. Ook daar moeten we eerlijk en transparant over zijn.

Afrekencultuur

Ten derde moet er een lobbyregister komen, zonder schijntransparantie, afrekencultuur en administratieve rompslomp. Iedereen die op welke manier dan ook (professioneel) interactie met politici heeft, is dan te vinden in een register. Daarin staat vermeld wat de doelstellingen van de lobbyende organisatie zijn en hoeveel lobbyisten ze in dienst hebben. Fractieleider Laurens Dassen van Volt diende hierover vorige maand een voorstel in. De aangenomen motie verzoekt de regering een verplicht lobbyregister voor bewindspersonen, ambtenaren en politici in te voeren, conform het lobbyregister van de Europese Commissie. Maak hier snel werk van.

Ten vierde: Wees ook transparant over met wie is gesproken in de totstandkoming van beleid. Zorg bijvoorbeeld voor een lobbyparagraaf als vast onderdeel van alle beleidsnota’s.

Tot slot is voor onze beroepsgroep zelfreflectie op z’n plaats. Terwijl menig lobbyist werkt voor een sector die goed is verenigd, zijn we als lobbyisten zelf nog niet zo ver. We moeten beter uitdragen waar we als beroepsgroep voor staan, en wat onze professionele standaarden zijn.

Beleid wordt beter van lobby, en dat moeten we als professionals uitdragen. Want als alle belangen op tafel liggen en gewogen zijn, kunnen beleidsmakers een betere afweging maken, en is het maatschappelijk draagvlak voor beleid groter.

Het beeld dat onze samenleving van ‘lobby’ heeft is helaas nog anders, en dat hebben we grotendeels aan onszelf te wijten. Als lobbyisten durven we nog niet transparant en zelfverzekerd normen te stellen voor ons eigen beroep. We moeten nu luisteren naar de kritiek uit de maatschappij die wij zeggen te vertegenwoordigen. Terwijl wij onze lobby-ervaring inzetten om gezamenlijk normen op te stellen, kan demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren alvast onze beleidsvoorstellen oppakken.

Nelleke Hijmans, Wytse Sonnema, Karen van den Einden, Tom Kunzler, Mette Vreeken en Hylke Brunt zijn lobbyisten.

Dit artikel is zondag 3 oktober ook gepubliceerd in het FD: https://fd.nl/opinie/1413579/beleid-wordt-beter-van-lobby-dus-laten-we-beter-beleid-voor-lobby-maken-ndj1caQSazEg

Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad

Meer lezen

Public Affairs is een modern vak. Vandaag de dag helemaal. Social media, statistieken, alle informatie elk moment online voorhanden. Iedere quote van een politicus, iedere actie van een NGO en iedere beweging van een onderneming wordt voortdurend gevolgd, geregistreerd en benut. Gegevens, data worden gekoppeld en met algoritmes is alles in kaart te brengen. Eigenlijk […]

Verder lezen »

In ons vaste rubriek 10-vragen-aan komt een bekend persoon uit het politiek speelveld langs. Dit keer was het de beurt aan de Manager Public Affairs bij Airbus, Amal Tourabi.

Verder lezen »